Interview met violiste Liya Petrova
Liya Petrova en Carl Nielsen, they go way back. Liya Petrova en onze chef-dirigent Kristiina Poska, they also go way back. Breng die twee samen en je krijgt een seizoensopener met een hoop geschiedenis, die toch keer op keer Scandinavisch fris klinkt.
Kent u Carl Nielsen? Bij ons doet de componist misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar in zijn thuisland Denemarken is hij even bekend als Lego, Borgen en Hans Christian Andersen. Violiste Liya Petrova is zowat vergroeid met de man. In 2016 won ze met haar vertolking van zijn Vioolconcerto de eerste prijs op de Nielsen Competition in Odense, de geboorteplaats van de componist. ‘Ze heeft de muziek geabsorbeerd, het stuk helemaal tot het hare gemaakt,’ zei juryvoorzitter Nikolaj Znaider toen. En sindsdien hebben Petrova en Nielsen elkaar niet meer losgelaten. In 2018 mocht de violiste haar debuutalbum inblikken met het Symfonieorkest van Odense – toen onder leiding van een zekere Kristiina Poska – en koos ze zonder twijfelen voor Nielsen.
‘Het was inspirerend om met haar samen te werken,’ zegt Liya Petrova daarover. ‘Kristiina en ik kijken helemaal op dezelfde manier naar het stuk. Ze kon me toen als geen ander pushen om alles uit het werk te halen. Opnemen is enorm intens. Je beseft hoe definitief je uitvoering is eens ze op cd staat en werkt daarom echt op de kleinste details van een stuk. Je kan je al snel verliezen in correcties en in het oppoetsen tot de perfectie, maar dat wou ik met mijn album niet doen. Ik wil een oprecht muzikaal moment vastleggen. Dan is het geweldig om iemand als Kristiina naast je te hebben die helemaal op diezelfde lijn zit. Die oor heeft voor de spontaniteit van een uitvoering, die mee waakt over de authenticiteit van je spel.
Steeds dieper graven
Want zelfs na honderden keren spelen, raakt de violiste zijn Vioolconcerto allerminst beu. ‘Ik beschouw het als mijn taak als uitvoerder om steeds onbevooroordeeld aan het stuk te beginnen,’ zegt Petrova. ‘Om mezelf steeds opnieuw uit te vinden. Zelfs na al die uitvoeringen kan ik er nog elke keer een nieuwe laag aan toevoegen. Ik blijf nieuwigheden ontdekken, blijf steeds dieper in de muziek graven. Nielsen is volgens mij een componist die zich daar heel goed toe leent. Dit concerto is zo ongelofelijk rijk, niet alleen voor mij als soliste maar ook voor het orkest. Zijn harmonieën zijn onverwacht, zijn structuur staat open voor interpretatie, er zijn zo veel facetten aan het werk. Elke keer ga je net dat tikkeltje dieper. Elke keer begrijp je het net dat beetje beter.’
Want voor een uitvoerder komt er best wel wat doorgrondingswerk aan te pas. De impressionante cadensen, het wonderschone ‘poco adagio’, een walsend slotdeel dat uitmondt in bombastisch kopergeschal en vingervlugge viooltrekken, en dat eindigt met een sololijn die dartelt als vuurvliegjes. Alles badend in een sfeertje dat doet denken aan de sprookjes van Nielsens beroemde land- en stadsgenoot. ‘Er zit een ziel in het werk die je misschien alleen maar kan vatten als je in Odense geweest bent. Ik ben het helemaal eens met dat feeërieke, maar volgens mij is dat niet per se een bewuste keuze van Nielsen. Het is eerder een soort mood die in die stad hangt, en waarvan de muziek doordrongen is.’
Elke keer uniek
Met Symfonieorkest Vlaanderen krijgt Liya Petrova maar liefst vier keer de kans om dieper in het stuk te wroeten: in Brugge, Gent, Antwerpen en Roeselare. ‘Het is onze eerste keer samen en dan is het natuurlijk een enorm voordeel dat we tien dagen lang toeren. Zo leer je elkaar veel beter kennen. Ik heb het ongelofelijke geluk dat ik Kristiina al ken. Maar met de rest van het orkest zal het, zoals steeds, eerst wat aftasten zijn. Dan is een tournee een godsgeschenk, waar je echt samen aan je uitvoering werken. Kan je gedetailleerd fijn stellen wat werkt en wat niet. Zoals ik al zei: elke uitvoering leert je iets bij over het stuk. Dat is des te meer waar als je een aantal keer met hetzelfde orkest speelt.’
Al wil Petrova daarmee niet gezegd hebben dat het laatste concert daarom meteen ook het beste is. ‘Ik streef er elke keer opnieuw naar om elke uitvoering uniek te maken. Dat maakt mijn beroep ook zo bijzonder. Het is elke keer anders. Het is een momentopname die nergens anders herhaald zal worden. Eigenlijk,’ sluit ze lachend af ‘zou je dus vier kaartjes moeten kopen om de evolutie van het stuk te horen en om te vergelijken.’
Honger naar meer artikels?
Het driemaandelijkse magazine van Symfonieorkest Vlaanderen - Symfozine - brengt interviews met solisten en (gast)dirigenten, neemt je mee achter de schermen van het orkest en zorgt voor verdieping bij de concerten.
Dit artikel verscheen in Symfozine 94 (september t/m december 2022) en werd geschreven door Jasper Croonen.
Vraag je gratis exemplaar aan
Ook ons drukwerk ontvangen? Stuur je adres door naar info@symfonieorkest.be